Vroeg scheuren lijkt gunstig voor stikstofbenutting


Bepaal 's winter welk grasland moet worden gescheurd zodat het zo snel mogelijk na 1 februari kan gebeuren.

Vroeger scheuren van grasland lijkt een betere groei en opbrengst te geven bij het volggewas. Ook lijken vroeg gescheurde percelen minder last te hebben van stikstof-uitspoeling. Dit is de conclusie van eerste oriënterende demoproeven in Drenthe.

Wageningen universiteit deed de demoproeven in opdracht van Drentse project ‘Samenwerking akkerbouw en veehouderij’. Projectleider Giske Warringa: ‘De uitkomst van deze demoproeven klopt met wat we vooraf hadden verwacht. En het is een extra reden voor samenwerkende akkerbouwers en veehouders om al vroeg in de winter af te spreken welke graspercelen 'om' gaan. Door vroeg te bemonsteren sta je op 1 februari klaar en kun je beginnen met frezen zodra je het land op kunt.

Kies en scheur vroeg

Om de voordelen van vroeg scheuren echt met zekerheid te kunnen stellen en goed onderbouwd te kunnen gebruiken voor wetgeving is uitgebreider onderzoek nodig. Onderzoeker bodem- en nutriëntenmanagement van Wageningen Universiteit, Wim van Dijk: ‘Het vroege scheurmoment in de demo’s lag dicht bij 1 februari. De vraag is of veel vroeger scheuren dan 1 februari extra voordelen biedt en of dit niet leidt tot vroegtijdige uitspoeling.’ Daarom is in 2021 een nieuwe wetenschappelijke proef aangelegd waarbij ook meer scheurtijdstippen zijn meegenomen.

Waarom in Drenthe?

In Drenthe wordt rond de 50 % van de landbouwgrond gemengd gebruikt. Akkerbouwers en veehouders ruilen onderling grond om zo de bodem extensiever te gebruiken. Dit verlaagt de ziekte- en onkruiddruk bij akkerbouwgewassen en grasland. Door de grondruil wordt gras afgewisseld met bouwland, waarbij het dus de vraag is wanneer het gras het beste kan worden gescheurd. Een bijkomend voordeel van deze proef is meteen ook dat zo duidelijk wordt of de huidige wetgeving voor grasland scheuren, past bij de Drentse situatie met zandgrond en veel uitruil van grond tussen akkerbouw en veeteelt.


De demoproeven:

De demoproeven in 2020 zijn aangelegd op drie percelen met vierjarig grasland. De volgende situaties zijn vergeleken:

- Veld A)

gescheurd in januari – geen glyfosaat: eerst frezen, daarna ploegen, beide op 24 januari.

- Veld B)

gescheurd in april – geen glyfosaat: eerst frezen, daarna ploegen, beide op 20 april.

- Veld C)

gescheurd in april – 25 maart doodgespoten met glyfosaat: 20 april gefreesd en geploegd.
 
Het gewas kreeg geen stikstofbemesting om de benutting van de vrijgekomen stikstof goed vast te kunnen stellen.

Wegen en meten

Men bekeek het bodemstikstofgehalte op verschillende diepten en tijdstippen, de hergroei van gras in de aardappelruggen, de plantgroei, opbrengst, maatsortering en de hoeveelheid stikstof in de aardappelknollen na oogst.

Betere benutting

Het vroeggescheurde veld liet 10 % meer aardappelopbrengst zien dan de ‘late velden’. Het gewas op het vroege veld bleek sneller te groeien en meer stikstof in de aardappelknollen te hebben. In juni en kort na de oogst waren de bodemstikstofverschillen tussen de drie velden relatief klein. Bij het vroege scheurtijdstip bleek echter vrijwel geen stikstof naar diepere lagen uitgespoeld.

Het optimale scheurmoment?

Scheur je grasland? Dan moet de ondergeploegde graszode de kans krijgt te verteren voordat het nieuwe gewas wordt gepoot of gezaaid. Bij het verteren komt stikstof vrij, dit heet mineralisatie. Komt door laat scheuren de stikstof later vrij dan de plant het nodig heeft, dan is de kans groot dat (een groot deel van) de stikstof uitspoelt naar het grondwater. Komt de stikstof echter te vroeg vrij, dan is er een kans dat stikstof al uitspoelt voor de plant begint met opnemen. Het is dus zoeken naar het juiste moment. Wettelijk is vastgesteld dat boeren gras niet mogen scheuren vóór 1 februari. Dit onderzoek gaat na of 1 februari vroeg genoeg is.