Koers en strategie


De Nederlandse agrarische sector is in beweging en onderneemt toekomstgericht. Op verschillende niveaus en in verschillende gebieden wordt er geëxperimenteerd en schakelt het bedrijfsleven over naar een duurzamere landbouw. De provincie Drenthe wil deze ontwikkeling op regionaal niveau ondersteunen en sluit hier aan bij het kwaliteitsbeeld van de AgroAgenda Noord-Nederland: 'Top-Voedsel uit een Rijk Landschap'.

De provincie kijkt vooruit naar 2040. Dat geeft het agrocluster de kans om in te spelen op ontwikkelingen en het is uitdagend genoeg om voorbij de waan van de dag te kijken.

Een krachtige en toekomstgerichte landbouwsector:

  • kan meebewegen met klimaatverandering;
  • draagt bij aan voedselzekerheid in Europa;
  • draagt bij aan de opgaven voor water, natuur, klimaat en bodem.

Belangrijke kernkwaliteiten van Noord-Nederland zijn de beschikbare ruimte, de vruchtbare bodems, schone lucht, schoon water en de verbondenheid met de samenleving en het rijke cultuurlandschap. Er zijn vitale bedrijven en ketens en er is een vitaal platteland en natuur.

Het resultaat is voedselvoorziening uit een rijk landschap, met behoud van identiteit, waarin we streven naar een basiskwaliteit natuur. Van oudsher voelen agrarisch ondernemers zich verbonden met hun omgeving, met het landschap. Tel daarbij op dat het doel vaak is om het bedrijf aan een
volgende generatie over te dragen. Daar hoort vanzelfsprekend een vorm van rentmeesterschap als
beheerder van het landschap bij. We denken in mogelijkheden om natuuropgaven en landbouw in samenhang te ontwikkelen. Daarbij kunnen we de denkkracht van onze inwoners en ondernemers goed gebruiken.

Om voldoende voedsel te produceren en een inkomen te halen uit de landbouwsector is schaalvergroting vaak het antwoord geweest. Juist ook om kosten op te kunnen vangen. Om continuïteit te behouden op landbouwbedrijven is het belangrijk dat rentabiliteit en moderniteit corresponderen met de financiering. De landbouw – en zeker de grondgebonden melkveehouderij en akkerbouw - is kapitaalintensief. De primaire sector kan de verantwoordelijkheden en kosten van de doorontwikkeling niet alleen op de schouders nemen. Als landbouwer een goede balans vinden tussen maatschappelijke acceptatie en mee kunnen in de concurrentie, vraagt meer inspanning vanuit
de keten om ook op het erf voldoende verdienvermogen te hebben. Met alleen maatschappelijke acceptatie lukt het niet, met alleen een concurrerend model ook niet. Het balanceren daartussen, met behoud van eigen waarden, maakt het geheel complex.

De verantwoordelijkheid voor de grote opgaven in het landelijk gebied reikt verder dan alleen landbouw, daarvoor is een systeemwijziging nodig. 
De milieugebruiksruimte is bepalend, maar we willen nadrukkelijk ook zoeken naar ruimte voor de ondernemers die door willen en willen werken aan een duurzaam ingericht voedselsysteem. Daarbij
hoort mogelijk ook de ontwikkeling en inzet van nieuwe eiwitbronnen en de teelt van gewassen
voor bouw en industrie.

Een belangrijke kanttekening hierbij is dat we niet alles op provinciaal of Noord-Nederlands niveau kunnen regelen. Er is ook extra inzet op nationaal en Europees niveau nodig, bijvoorbeeld om beleid beter aan te laten sluiten bij de praktijk. Daarmee is ook de toon gezet voor onze inzet richting Den Haag en Brussel op het gebied van de landbouw, agribusiness en voedselvoorziening.

De stip op de horizon betekent in de praktijk dat we in Drenthe vertrouwen op de innovatiekracht van het agrocluster als geheel. Toeleveranciers, afnemers, kennisinstellingen, onderwijs en overheid werken samen met ondernemers aan een toekomstgerichte sector.

Drenthe zet hierbij in op het sluiten van (nutriënten)kringlopen in de vorm van kringlooplandbouw. Dit realiseren we door:

  • Doelsturing met als basis de Kritische Prestatie Indicatoren (KPI’s);
  • Samenwerking in gebieden / gebiedsoffertes;
  • Innovatie

Door in te zetten op kringlooplandbouw, start de strategie automatisch bij de bodem. Welke bodems zijn het meest geschikt voor welke teelten, en welke voedingsstoffen zijn nodig om de meest geschikte planten tot hun recht te laten komen? Hoe kunnen verschillende sectoren elkaar versterken met onder andere gewasrotatie, meststoffen, nieuwe teelten en eiwitbronnen? En waar wordt in de markt voor betaald?

Met doelsturing alleen zijn niet alle uitdagingen op te lossen. Er zijn opgaven die vragen om samenwerking en (ruimtelijke) oplossingen vanuit de gebieden zelf. Innovatie is en blijft daarbij de sleutel om de opgaves naar de toekomst toe te kunnen oplossen. Dat was in het verleden zo, en zal in de toekomst zo blijven. De focus op innovatie is daarom een pijler onder het Drentse beleid.