‘Meer natuur met akkerranden en minder chemie’


Deelgebied Broekstreek Oude Diep

Akkerranden aanleggen, een grotere rijafstand in tarwe, later grasmaaien en werken met de keverklapper. Enkele maatregelen die boeren nemen om natuurinclusief te werken in het deelgebied Broekstreek Oude Diep. “Wij genieten van innovatief bezig zijn”, zeggen Piet en Geert Mekkes, pluimveehouders en akkerbouwers in Geesbrug.

In het gebied Broekstreek Oude Diep loopt een van de zeven gebiedsprojecten. Het project loop van 2023 tot en met 2025. “Boeren combineren graag agrarisch gebruik van hun grond met andere functies. Uit de eerste ervaringen blijkt dat dit kansen biedt”, vertelt Albert Boers, projectleider natuurinclusieve landbouw van Landschapsbeheer Drenthe. Hij leidt het project. Frank ter Beke van TBA Agri-Consult en melkveehouder Marry Brink in Nietap zijn hierin aanjagers. Aan het deelproject in dit gebied doen 35 boeren mee, waaronder vijftien melkveehouders die een erfscan lieten uitvoeren en twee veehouders die later maaien voor bescherming van weidevogels. “Enkele experimenten in de akkerbouw helpen de biodiversiteit en akkervogelstand vooruit”, zegt Ter Beke.

Akkerbouw en pluimvee

“Broekstreek Oude Diep telt relatief veel akkerbouw- en pluimveebedrijven of een mengvorm hiervan. Zoals het gemengde bedrijf van Piet en Geert Mekkes in Geesbrug met 120.000 vleeskuikens en akkerbouw op 60 hectare grond”, zegt Boers. “Mekkes is altijd in voor nieuwe dingen.” Het Drentse bedrijf doet al jaren aan agrarisch natuurbeheer (ANLb) en teelt dit jaar zomerveldbonen en luzerne. “De bonen zijn mogelijk bruikbaar als kippenvoer en luzernebaaltjes zijn geschikt voor afleidingsmateriaal in de vleeskuikenstal”, zegt Geert Mekkes. Hij heeft al vier jaar 1,5 hectare bloemrijke akkerranden langs alle sloten met veel meer patrijzen en fazanten. In 2022 experimenteerde hij met inzaai van bloemmengsels in rijsporen om luizen en het graanhaantje (slakje) te bestrijden met natuurlijke vijanden. “Helaas mislukte dat door de weersomstandigheden vorig jaar en zaaien in het verkeerde jaargetijde. De mengsels bloeiden te laat, terwijl de luizen en slakjes er al waren, maar dat is ook onderdeel van een experiment.”


Bij de foto: Het effect van de experimenten wordt gemeten. Het Kenniscentrum Akkervogels telt de akkervogels in het gebied.

Verbreden rijafstand graan

Mekkes en een andere akkerbouwer zaaiden vorig jaar zomertarwe op een grotere rijafstand. Op 25 centimeter in plaats van 12,5 centimeter, maar wel met dezelfde zaadhoeveelheid. “Op die manier krijgen vogels in het gewas meer ruimte”, zegt Ter Beke. “Verrassend genoeg had het stuk met de ruimere rijafstand een betere opbrengst dan de regulier gezaaide stukken. Dat heeft ons wel verbaasd”, vertelt Mekkes. “Je kunt dus iets voor de natuur doen, zonder dat het direct opbrengst kost. We zien vogels makkelijker door het gewas bewegen.” Mekkes rijdt met relatief brede banden van 60 centimeter door zijn gewassen. “In de brede rijsporen kunnen vogels makkelijk landen, wij zien daardoor steeds meer veldleeuweriken en patrijzen in onze gewassen.” Dit jaar wordt onderzocht wat de ecologische en economische kosten en baten zijn van insecticidevrij telen en een grotere rijafstand in granen.

Geen insecticiden

“Als boeren geen insecticiden gebruiken, leidt dat tot meer insecten en akkervogels”, stelt Ter Beke. Aanleg van zogenoemde FAB-randen helpt insecten ook. Dit zijn randen binnen agrarisch natuurbeheer met functionele agrobiodiversiteit (FAB). Er draaien experimenten in aardappelen en granen. Dit seizoen probeert Mekkes een keverklapper uit om coloradokevers in zijn zetmeelaardappelen te verwijderen. Net als Prins in Wijster, een andere akkerbouwer in het gebied. Deze innovatieve machine tikt de kevers van het blad, waarna ze in een opvangbak vallen en afgevoerd worden. Proefbedrijf Valthermond van WUR heeft hiermee al enige ervaring. “We kijken of we met een keverklapper voldoende coloradokevers kunnen verwijderen zonder te veel schade aan de aardappelplanten. Mogelijk gaan we ook een stuk loof klappen als de keverdruk erg hoog wordt”, vertelt Mekkes. De effecten van insecticidevrij telen en gebruik van de keverklapper op gewasopbrengsten en de populatie insecten en vogels worden onderzocht. Avebe gaat proefrooiingen doen om opbrengst en sortering van zetmeelaardappelen in het perceel met toepassing van de keverklapper te volgen. Mekkes heeft ook FAB-randen. “Dan zaai je specifieke bloemenmengsels in om insecten aan te trekken, die natuurlijke vijanden zijn van schadelijke insecten.” Inzaai van deze mengsels in spuitsporen is dit jaar mislukt, net als bij twee andere akkerbouwers.

“Een ruimere rijafstand in graan kostte - heel verrassend - geen opbrengst. Je kunt dus iets voor de natuur doen, zonder landbouwkundig verlies”

Erfscan melkveehouders

Ter Beke vertelt dat vijftien melkveehouders zijn bezocht door Landschapsbeheer Drenthe voor een zogenoemde erfscan. “Er is geïnventariseerd welke maatregelen boeren kunnen nemen om biodiversiteit te stimuleren. Bijvoorbeeld door aanplant van houtwallen en singels, waarbij we ook letten op de cultuurhistorie van het gebied”, zegt Ter Beke. “Ook particuliere grondeigenaren doen hieraan mee.” Vanuit het project worden plantmateriaal, experimenten en monitoring van effecten van genomen maatregelen vergoed. “Grauwe Kiekendief Kenniscentrum Akkervogels voert monitoring uit naar effecten van akkerranden op het aantal akkervogels. Ook gaan we bekijken welke insecten FAB-randen aantrekken. Boeren willen hun best doen om natuur te verbeteren, maar ook weten welke effecten hun maatregelen hebben”, zegt Ter Beke.

Het is allemaal nieuw

Volgens Ter Beke helpen de gebiedsprojecten in een transitie naar natuurinclusieve landbouw.

“Het is een zoektocht voor iedereen, er zijn geen panklare oplossingen. Het is allemaal nieuw, daarom moeten we veel experimenteren en kennis delen”, stelt Ter Beke. Broekstreek Oude Diep steekt graag in op de combinatie van agrarisch gebruik van grond met natuurdoelen. “Het vraagt anders denken”, zegt Boers. “Je moet van maximale productie naar optimale productie gaan ten gunste van de natuur. Eventueel opbrengstverlies moet je wel vergoeden.” De trekkers van het project zien ook dat veel boeren het gewoon mooi vinden om nieuwe dingen uit te proberen. “Het gaat ze niet altijd direct om de vergoeding, ze willen laten zien dat ze innovatieve oplossingen zoeken om natuurinclusief te werken”, besluit Boers.